Windhinder en windgevaar

Windhinder en windgevaar zijn belangrijke onderdelen van microklimaatsproblemen in stedelijke planning en stedelijk ontwerp.  Gebouwen beïnvloeden het microklimaat in hun omgeving. Het effect kan wel of niet voordelig zijn, afhankelijk van de vorm van het gebouw en zijn oriëntatie.  Met name hoge gebouwen zullen op voetgangerniveau aanleiding geven tot hoge windsnelheden, wat ongemak en soms gevaar met zich meebrengt.  Om die reden vereisen veel stedelijke bevoegdheden dat een studie van de windhinder en het windgevaar voor voetgangers voor nieuwe stadsontwikkelingen gedaan wordt.

Nederland

In Nederland werd in 2006 een standaard ontwikkeld (NEN 8100 [1]) voor windhinder en –gevaar in de bebouwde kom. De standaard bepaalt richtlijnen en vereisten voor zowel experimentele studies (windtunnel) als voor computersimulaties (Numerieke stromingsleer), met de keuze van studiesoort aan de ontwerper gelaten. Windstudies zijn vereist voor alle nieuwe gebouwen die hoger dan 30m reiken, bijvoorbeeld bij het aanvragen van een bouwvergunning. Voor beschutte gebouwen met een hoogte tussen 15m en 30m en voor blootgestelde gebouwen tot een hoogte van 30m is de mening van een windexpert, net als één van onze ingenieurs, nodig om te bepalen of een windstudie al dan niet nodig is.

België

België heeft nog geen nationale standaard voor windhinder en windgevaar in de bebouwde kom opgelegd. Windstudies zijn niettemin vaak vereist door de Belgische overheid, in het bijzonder voor hogere gebouwen. Sommige gemeenten, waaronder Antwerpen [2], vereisen een windstudie zoals voorschreven door de Nederlandse NEN 8100 standaard [1]: hierdoor zijn windstudies verplicht voor alle nieuwe gebouwen hoger dan 30m. Voor beschutte gebouwen met een hoogte tussen 15m en 30m en voor blootgestelde gebouwen met een maximale hoogte van 30m is de mening van een windexpert, net als één van onze ingenieurs, nodig om te bepalen of een windstudie al dan niet nodig is. De NEN 8100 standaard bepaalt richtlijnen en vereisten voor zowel experimentele studies (windtunnel) als voor computersimulaties (Numerieke stromingsleer), met de keuze van soort studie aan de ontwerper gelaten.

Londen

De stad Londen vereist dat ontwikkelaars het windmicroklimaat in een vroege fase van het ontwerp in rekening houden. Het “Wind Microclimate Guidelines for Developments in the City of London” oftewel de “Richtlijnen voor het windmicroklimaat voor ontwikkelingen in de stad Londen”, beschrijft de vereiste studies die nodig zijn om het impact van de geplande structuur op de hinder en het gevaar van zowel voetgangers als fietsers te beoordelen. Numerieke stromingsleer (CFD) is één van de aangeraden aanpakken voor gebouwen van 25 meters of hoger en is een vereiste voor gebouwen van 50 meters hoogte of meer.

Diensten